Ook komend seizoen staan er weer enkele lezingen op het programma naar aanleiding van spraakmakende tentoonstellingen in Nederland. Tijdens de lezingen wordt niet alleen ingegaan op de getoonde kunstwerken, maar worden de onderwerpen ook in een breder kader geplaatst. Hierdoor bieden deze lezingen u een uitstekende inleiding om op eigen gelegenheid de betreffende tentoonstellingen te bezoeken.
1. Marianne von Werefkin : Pionier van het expressionisme
Museum de Fundatie, Zwolle, 5 oktober 2024 t/m 16 maart 2025
Voor het eerst wordt in Nederland een grote en fantastische overzichtstentoonstelling gewijd aan het werk van Marianne von Werefkin (1860-1938). Ze kreeg al jong les van de wereldberoemde Ilja Repin en werd op twintigjarige leeftijd al de ‘Russische Rembrandt’ genoemd. Nadat ze in 1896 samen met haar partner - de schilder Alexej von Jawlensky - naar München verhuisde, stopte ze zelf bijna tien jaar met schilderen, enerzijds om hem te ondersteunen, anderzijds ook om haar eigen kunst verder te ontwikkelen. In 1907 begon zij met intense kleuren en geabstraheerde, platte vormen te werken, waarbij het afbeelden van emoties en gevoelens voorop stond. Hiermee beïnvloedde ze niet alleen haar partner, maar ook Wassily Kandinsky en Gabriële Münter en legde daarmee de basis voor het expressionisme in München.
2. LIBERTE: Ary Scheffer & de Franse Romantiek
Dordrechts Museum, 19 oktober 2024 t/m 23 maart 2025
In deze tentoonstelling worden we mee teruggenomen naar het roerige Parijs in de eerste helft van de negentiende eeuw, een tijd vol politieke onrust en culturele bloei. Ary Scheffer (1795-1858) was in 1811 met zijn moeder naar Parijs verhuisd. Op de École des Beaux-Arts ontmoette hij zijn latere vrienden Eugène Delacroix en Théodore Gericault. Scheffer werd al snel een van de beroemdste schilders van de Franse hoofdstad. Met Delacroix en Géricault aan zijn zijde streed hij voor vrijheid en gelijkheid; de idealen van de Franse Revo-lutie van 1789. Het was de tijd van het collectief versus het individu. Van individuele vrijheid en expressie. Op allerlei vlakken leeft dit romantische gedachtegoed nu nog voort. Daarnaast waren voor romantici ook literatuur, muziek, religie en de natuur belangrijke bronnen van inspiratie. Dat vertaalt zich in schilderijen met prachtige verbeeldingen van literaire verhalen, landschappen en bijzondere religieuze stukken. Behalve een indrukwekkend aantal schilderijen van Scheffer, zijn er ook bekende kunstwerken uit het Kasteel van Versailles en het Louvre voor de eerste keer in Nederland te zien. Ook Géricaults olieverfschets van het wereldberoemde Vlot van de Médusa en Episode uit de Griekse onafhankelijkheidsoorlog van Delacroix zijn tijdens de tentoonstelling voor het eerst in ons land te bewonderen.
3. Hoe van Gogh naar Groningen Kwam
Groninger Museum, 30 November 2024 t/m 5 mei 2025
De stad Groningen was eind 19e eeuw een sprankelende plek, vol nieuwe gebouwen en nieuwe ideeën. Reizigers konden voor het eerst met de trein naar de stad die flink was uitgebreid met een fantastisch nieuw station, de Stadsschouwburg en het Groninger Museum voor Oudheden. Om ook de kunstwereld flink op te schudden, organiseerden tussen 1895 en 1897 zes studenten van de Rijksuniversiteit Groningen - waaronder de later wereldberoemde historicus Johan Huizinga – acht opzienbarende tentoonstellingen in het Groninger Museum. Het bleek een sleutelmoment voor de ontwikkeling van de moderne kunst. Ze schreven Johanna Bonger aan, de weduwe van Vincents broer Theo, die 128 schilderijen van Vincent in kisten verpakt via de trein naar Groningen stuurde, iets wat tegenwoordig ondenkbaar zou zijn. Docenten van kunstacademie Minerva zagen tenslotte het belang van Van Gogh en gaven het door aan kunstenaars van De Ploeg. Het bleek een essentiële impuls voor het kleurrijke De Ploegpalet. Maar niet alleen Van Gogh was in deze jaren het onderwerp van een expositie: ook aan het werk van hedendaagse kunstenaars als Theo van Hoytema, Johan Thorn Prikker en Jan Toorop werd een tentoonstelling gewijd. In Hoe Van Gogh naar Groningen kwam barst het van de personages die vol durf en experiment de tijdgeest en cultuur veranderden. Zo wordt in de tentoonstelling – net als in 1896 – werk getoond van Jan Toorop, Belgische symbolisten en Franse prentkunstenaars, waaronder Henri de Toulouse-Lautrec: allemaal vernieuwers binnen de bestaande kunstorde. Het fin de siècle in Groningen was, kortom, een spannende en bepalende tijd waarin veel gebeurde, wat van Hoe Van Gogh naar Groningen kwam een must see maakt voor iedereen die van de geschiedenis van de moderne kunst houdt.
4. Nieuw Parijs : van Monet tot Morisot
Kunstmuseum Den Haag, 14 februari 2025 t/m 1 juni 2025
We keren nog een keer terug naar Parijs dit seizoen want - na een tentoonstel-ling Vive l’impressionsionisme! in het Van Gogh Museum (11 okt. 2024 t/m 26 jan 2025) - wijdt ook het Kunstmuseum Den Haag een grote overzichtstentoonstelling aan deze stroming. Hierin ligt de nadruk echter vooral op de plaats waar de stroming ontstond: het nieuwe Parijs. Onder leiding van stedenbouwkundige Georges-Eugène Haussmann maakte de oude middeleeuwse stad vanaf 1853 plaats voor een moderne metropool, waarin vnl. alleen nog plaats was voor een nieuwe elite. De arme bevolking werd naar de randen gedreven. Nieuw Parijs laat de ‘geboorte’ van het impressionisme zien en de tien jaar die volgen: het beleg van de stad door Pruisen in 1870, hongersnood, strijd om gelijkheid, burgeroorlog en de wederopbouw die volgt. De 65 werken van Berthe Morisot, Edgar Degas, Pierre-Auguste Renoir, Édouard Manet, Frédéric Bazille, Gustave Caillebotte, Paul Cezanne, Armand Guillaumin en Mary Cassatt zijn afkomstig uit collecties van over de hele wereld. De impressionistische laag wordt gecomplementeerd door prenten van onder andere Honoré Daumier en foto’s van Felix Nadar. Uiteraard wordt in de lezing ook ingegaan op de algemene ontwikkeling en kenmerken van deze nieuwe stroming.
5. Anselm Kiefer
Van Gogh Museum en Stedelijk Museum Amsterdam, 7 maart 2025 t/m 9 juni 2025
We sluiten dit seizoen af met een kunstenaar van wereldformaat: Anselm Kiefer (1945). Zijn monumentale werken zijn een lust voor het oog en zitten vol verwijzingen naar geschiedenis, mythologie en literatuur. Hij gebruikt daarbij traditionele en onconventionele materialen, zoals goud, olieverf, stro en lood. Kiefer stelt zijn werken bloot aan de elementen, steekt ze in brand, voegt levensgrote objecten toe of beitelt eerder aangebrachte lagen weg. Zo creëert hij ware symfonieën vol textuur en betekenis, waaraan hij liefst blijft doorwerken. Want een kunstwerk is voor hem eigenlijk nooit klaar.
Voor het eerst in hun geschiedenis bundelen het Stedelijk Museum Amsterdam en het Van Gogh Museum hun krachten voor één grote tentoonstelling. In het Van Gogh Museum worden bekende werken van Vincent van Gogh gecombineerd met dat van Kiefer. In het Stedelijk zijn voor het eerst alle Kiefers uit de collectie van het Stedelijk bij elkaar te zien, waaronder het geliefde Innenraum. Op beide locaties zal ook nieuw, nog nooit getoond werk van de kunstenaar te zien zijn.